Weer en klimaat
Ochtendmist, Blow Me Down Provincial Park, september 2008.
Het weer op Newfoundland is al een belevenis op zich. Wij hebben tijdens onze vele reizen op dit eiland een fascinerende verscheidenheid aan weertypes meegemaakt: mist, kou, regen, wind en sneeuw, maar ook veel zon en warmte. Wij hebben Newfoundland gezien in de winter, toen bij -25°C sneeuwstormen het eiland teisterden. Maar we hebben er ook zomers meegemaakt, dat er een hittegolf heerste.
Het weer is onberekenbaar. Zo kan een zonnige, warme dag binnen het uur omslaan in een regenachtige, gure dag. Of andersom. Een veel gehoorde uitspraak op Newfoundland is dan ook: “If you don’t like the weather, just wait five minutes”.
Het weer is niet in elk deel van Newfoundland hetzelfde. Wanneer het in het zuidoosten mistig en koud is, kan het in het binnenland bewolkt en warm zijn, terwijl in het noorden de zon volop schijnt.
Dit is niet zo raar, wanneer je beseft hoe groot dit eiland is. Hemelsbreed is de afstand van oost naar west 510 km en de afstand van het meest noordelijke tot het meest zuidelijke punt op Newfoundland bedraagt 560 km. Daarmee bestrijkt het 5½ breedtegraden. Het meest zuidelijke punt ligt dichtbij de 47e breedtegraad, ongeveer op dezelfde hoogte als Parijs.
Temperatuur
Newfoundland heeft een zeeklimaat. Gewoonlijk betekent dit, dat de zomer korter en koeler is dan bij een landklimaat. De ijskoude Labrador golfstroom zorgt er voor dat het aan de kust in juli gemiddeld niet warmer wordt dan 14°C. In het binnenland is het een paar graden warmer, gemiddeld iets meer dan 16°C. Toch zijn zonnige, zomerse dagen op Newfoundland een verrukking. Met een middagtemperatuur van iets boven de 20°C, zijn ze warm genoeg om je er behaaglijk bij te voelen, en tegelijkertijd zijn ze koel genoeg om actief bezig te kunnen zijn. Bij uitzondering wordt wel eens een maximum temperatuur van 30°C gemeten. De hoogste temperatuur ooit geregistreerd op Newfoundland is 36,7°C in Botwood op 22 augustus 1976.
"A red sky at night is a sailors delight; a red sky in morning is a sailors warning."
Al vele generaties lang kunnen Newfoundlandse vissers het weer voorspellen,
door goed naar de natuur te kijken. (New Ferroles, 2006)
Het toeristenseizoen begint gewoonlijk op 1 juni en loopt door tot eind augustus. Dat wil niet zeggen dat september of oktober geen geschikte periode is om Newfoundland te bezoeken. Integendeel, de nazomer en vroege herfst hebben vaak nog heel mooi weer in de aanbieding. Overdag kan de maximum temperatuur dan soms nog wel oplopen tot boven de 15°C. ’s Nachts kan de temperatuur tot iets onder het nulpunt zakken. November is de meest regenachtige en stormachtige periode.
Typerend voor een stormachtige zeeklimaat zijn de dagelijkse schommelingen van de temperatuur in de winter. Regelmatig wordt over zee zachte, vochtige lucht aangevoerd. Ook is er een aanzienlijk verschil tussen de temperaturen in het binnenland en aan de kust. In het binnenland ligt de temperatuur ’s winters gemiddeld tussen -6°C en -10°C, terwijl aan de zuidoostkust, waar de gematigde invloed van de oceaan het grootst is, de temperatuur gemiddeld tussen -2°C en -4°C ligt.
Het voorjaar begint vaak pas in mei en is tamelijk kort. Tot de eerste week van juni blijft de kans op nachtvorst erg groot.
Storm en wind
Van alle Canadese provincies waait het op Newfoundland verreweg het hardst. Op de meeste weerstations worden jaarlijkse gemiddelde windsnelheden van meer dan 20 km/uur gemeten. Over het algemeen waait het aan de kust harder dan in het binnenland. ’s Winters staat er beduidend meer wind dan ’s zomers.
De meest windige plek is Bonavista aan de oostkust, met een jaarlijkse gemiddelde windsnelheid van 28 km/uur. St. Albans, gelegen in de beschutte Bay d’Espoir aan de zuidkust, is de minst windige plaats, met een jaarlijkse gemiddelde windsnelheid van 11,5 km/uur. De heersende windrichting ‘s winters is west en westzuidwest in de zomer.
Veel van de stormen die jaarlijks van west naar oost over Noord Amerika trekken, of zich ontwikkelen langs de oostkust van de Verenigde Staten, komen, terwijl ze wegtrekken en afbuigen naar de noordelijke Atlantische Oceaan, vlak langs Newfoundland. Het gevolg is dat Newfoundland de reputatie geniet als een van de meest stormachtige gebieden van het continent. De zwaarte en frequentie van deze stormen is het grootst van november tot maart.
’s Zomers en aan het begin van de herfst is het aanzienlijk minder stormachtig. In het herfstseizoen zorgen tropische stormen, die Newfoundland passeren, echter voor veel neerslag en harde wind. Deze stormen ontstaan in de buurt van de evenaar, ontwikkelen zich in het Caribische gebied, trekken ten zuidoosten aan Newfoundland voorbij en komen vervolgens boven de Atlantische Oceaan tot stilstand.
Gedurende de wintermaanden brengen cyclonen (hard voorbijrazende stormen met snelheden van 80 km/uur) heel veel neerslag in alle mogelijke varianten met zich mee. Zij vormen een serieus gevaar voor vissers, de scheepvaart en de offshore olie- en gaswinning.
Winter in Twillingate, februari 2003
Neerslag
Jaarlijks valt er gemiddeld 1120 mm neerslag op Newfoundland. Ongeveer 75% van de neerslag valt in de vorm van regen en 25% als sneeuw. Hoewel de kans op neerslag het hele jaar door aanwezig is, is deze het grootst tijdens de herfst, waarbij november de natste maand is. Het voorjaar is over het algemeen de droogste tijd van het jaar.
´s Winters bestaat de neerslag voornamelijk uit sneeuw. Vrijwel overal op het eiland is sprake van een zware sneeuwval met hoeveelheden van meer dan 300 cm. Alleen langs de zuidkust sneeuwt het minder, omdat daar veel neerslag in de vorm van regen valt. De meeste sneeuw (jaarlijks meer dan 400 cm) valt aan de westkust in de Long Range Mountains.
Zon en mist
Het aantal uren zonneschijn op Newfoundland bedraagt jaarlijks iets minder dan 1600 uur. De zomermaanden zijn met gemiddeld 187 uur zonneschijn per maand, het zonnigst. Het minst zonnig is het in december, wanneer de zon zich gemiddeld slechts 2 uur per dag laat zien.
De wateren rondom het Avalon Peninsula en boven de Grand Banks zijn een van de meest mistige gebieden op aarde. De mist ontstaat doordat warme, vochtige lucht uit het zuiden terecht komt boven de koude Labrador golfstroom. Deze mistbanken kunnen het hele jaar door ontstaan, maar over het algemeen komen ze het meest voor in het voorjaar en de vroege zomer, wanneer de verschillen in temperatuur boven land en zee het grootst zijn.
Gek genoeg gaat deze mist vaak gepaard met harde wind. Je zou verwachten dat de wind de mist uiteenjaagt, maar hier is de mist vaak zo dicht en wijdverspreid, dat de wind maar weinig verhelderend effect heeft.
Petty Harbour op een mooie, zonnige en warme dag in september 2008.